Instrumenten

Instrumenten van de Raad

Om zijn kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende taken goed te kunnen uit te voeren heeft de raad onder meer de volgende instrumenten:

Motie

Een motie is een schriftelijke uitspraak van de raad: een oordeel, wens of een verzoek. Vaak wordt een motie gebruikt als de raad niet bevoegd is om een besluit te nemen, maar zich wel over een kwestie wenst uit te spreken. Over een motie wordt door de gemeenteraad gestemd. Als het een verzoek betreft aan het college, mag het college dit overigens weigeren uit te voeren.

Amendement

Een raadslid kan een voorstel indienen om de tekst van een raadsvoorstel aan te passen. Zo'n wijzigingsvoorstel heet een amendement. Als een meerderheid van de raad het amendement steunt, wordt het oorspronkelijke raadsvoorstel gewijzigd vastgesteld. Daarmee is het amendement ook gelijk een besluit van de raad. Het college kan dit besluit niet weigeren om uit te voeren.

Initiatiefvoorstel

Ieder raadslid heeft de bevoegdheid om zelf een voorstel aan de raad te doen, dit wordt initiatiefvoorstel genoemd. Bijvoorbeeld voor nieuw beleid of aanpassing van een verordening. Het college mag zijn mening over het voorstel geven, maar het is de raad die een besluit over het voorstel neemt.

Vragenrecht

Ieder raadslid heeft het recht om vragen te stellen aan het college of aan andere raadsleden. Dit kan zowel mondeling als schriftelijk. Mondelinge vragen worden in dezelfde raadsvergadering beantwoord als dat ze gesteld worden, voor schriftelijke vragen geldt een termijn van maximaal dertig dagen voor de beantwoording. Over actuele kwesties worden daarom ook vaak mondelinge vragen gesteld in plaats van schriftelijke.

Recht van interpellatie

Interpellatie is een zwaardere vorm van vragen stellen. Volgens het recht van interpellatie kan een raadslid in de raadsvergadering vragen stellen over onderwerpen die niet op de agenda staan. Elk individueel raadslid kan verzoeken om een interpellatie, maar de raad beslist als geheel of hij de interpellatie toestaat. Een raadslid moet een verzoek tot interpellatie uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering bij de voorzitter indienen. het verschil met mondelinge vragen zit vooral in de manier waarop de vragen behandeld worden. Over een interpellatie kan debat plaatsvinden, dit is bij mondelinge vragen niet toegestaan.

Recht van onderzoek/enquête

Elk raadslid kan een voorstel doen om een onderzoek in te stellen. Het onderzoek gaat alleen door als een meerderheid van de raad er voor stemt. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een onderzoekscommissie, waarvan de leden door de raad worden benoemd. Een onderzoekscommissie bestaat uit ten minste drie raadsleden. Collegeleden kunnen geen lid zijn van een onderzoekscommissie.

Budgetrecht

De gemeenteraad gaat over het geld van de gemeente. Ieder jaar stelt de raad voor 15 november de begroting voor het volgende jaar vast. Het college voert vervolgens het beleid uit dat door de raad is vastgesteld met het geld dat de gemeentraard daarvoor over heeft. De gemeenteraad bepaalt niet alleen waar het geld aan uitgegeven mag worden, maar ook hoe hoog de (belasting)inkomsten voor de gemeente moeten zijn. De raad controleert dit door de jaarrekening vast te stellen (uiterlijk in juli).

Ondersteuning

De gemeenteraad krijgt van verschillende kanten ondersteuning bij de uitvoering van zijn taken. De griffier en de overige medewerkers op de griffie staan de raadsleden bij, maar de raad kan ook een beroep doen op de overige ambtenaren op het gemeentehuis. Daarnaast stelt de raad de accountant aan, die de jaarrekening van de gemeente controleert en een accountantsverklaring afgeeft en advies geeft aan de raad. Tot slot stelt de raad een rekenkamercommissie in: deze commissie doet onafhankelijk onderzoek en brengt daarover advies uit aan de raad.